Schoorvoetend komt de VERTELLER op. Hij/zij kijkt wantrouwig om zich heen.
VERTELLER
Dit verhaal gaat over dingen die je niet kunt zien. Over geesten. Weet je wel? Spoken. Spannend bij het kampvuur, maar niet als je thuis het laatste licht uit doet. Nee. Ik heb er niks mee. Je moet weten: ik ben nu eenmaal gevraagd om dit verhaal te vertellen, want wie zou het anders moeten vertellen? De geesten zeker? (barst in nerveus gelach uit)
Geest JUNO komt op. Maakt contact met publiek.
VERTELLER
Dus jullie zullen het met mij moeten doen. Wat zitten jullie nou te kijken? Ik sta hier. Zien jullie ze soms vliegen? (lacht nerveus)
JUNO
Nou, vliegen niet.
VERTELLER
Mis ik iets?
JUNO
Jep, je mist iets.
VERTELLER
Hallo? Hallo?
Geest PIM komt op en laat iets vallen. VERTELLER schrikt en rent van het toneel.
PIM
Zo, daar zijn we vanaf.
JUNO
Moest dat nou zo?
PIM
Moeten, moeten… Nee, dat niet, maar het was wel leuk. (tegen publiek) Toch?
JUNO
Laten we opnieuw beginnen.
PIM en JUNO af en meteen weer op.
JUNO
Welkom!
PIM
Allemaal!
JUNO
Dit is Pim en ik ben Juno. Wij zijn er wel, maar ook weer niet. Hoe zit dat? Wij zien jullie en jullie zien ons, maar niet iedereen ziet ons, want wij zijn geesten.
PIM (praat gedeeltelijk door JUNO heen)
Moet je je voorstellen: je zit midden in een verhaal over, zeg, het weer en je gesprekspartner kijkt afwezig door je heen. Maar je geeft niet op. Nou, wat een regen hè? Oh, je zet koffie. Ja, ik lust ook wel. Ik krijg niet? En dan loopt iemand ineens weg. Dat je denkt: HALLO! Manieren?
JUNO
Wij communiceren anders.
PIM
Jij misschien.
JUNO
Nee, jij óók. Voor de derde keer vandaag: je leeft niet meer, Pim.
PIM
Onzin. Waanzin. Wat zit jij nou weer te zwetsen? Wou jij soms beweren dat ik dood ben? Dat ik een spook ben? Lul toch niet.
JUNO
Ja, je bent dood. Maar ik wil het je gerust nog zeventwintig keer vertellen, hoor.
PIM
Je bent niet wijs, jij.
Pim duwt Juno opzij en gaat in de spotlight staan.
PIM
Dit heb ik altijd al willen doen.
JUNO
Volgens mij heb je daar je hele leven voor gehad.
PIM
Wablief?
JUNO
Niks. Nu je daar zo mooi staat: steek van wal! Wat is jouw verhaal Pim?
PIM
Mijn naam is Pim van Kampen.
JUNO
Was.
PIM
Ik ben hondentrainer en…
JUNO
Was.
PIM
Zeg, souffleur, cut it off. Ik ken mijn teksten. Ik heb een hele lieve dochter. Ze heet Frankie, maar ik noem haar Frennie. Eerst Frenkie en dat werd Frennie... Nou ja, doet er niet toe. We wonen in het oosten van het land in een oude boerderij die ik zelf heb opgeknapt. Frennie heeft een paard, net als ik. We hebben het fijn en dan word ik ziek. Kanker. Onbehandelbaar. Ze zeggen dat ik doodga, maar ze begrijpen het niet. Ik ga niet dood.
Tweede spotlight op toneel.
PIM (tegen het licht)
IK GA NIET DOOD.
Spotlight uit.
JUNO
Ontkenning. Die fase kent iedereen, want je bent je hele leven bezig om vooral niet dood te gaan. Terwijl het zo erg niet is.
PIM
Wat sta jij nou weer te smiespelen?
JUNO
Niks. Ik zei alleen dat...
PIM
Niks. Ik zei alleen dat... Kijk, weer zo'n redenatiefout. Jij bent niet helemaal helder of wat?
(...)
PIM
Ik praat tegen je, doe nu niet alsof jij me ook niet verstaat, weirdo.
JUNO
Wat wil je dat ik zeg? Dat je niet dood bent zeker?
PIM
Dat zou om te beginnen fijn zijn.
JUNO
Je bent wel dood.
PIM
Wat een waardeloos gesprek dit.