top of page

Verhaal | Not much left

Bijgewerkt op: 6 dagen geleden

Zittend op een paard maak ik mijn entree in het winkelcentrum. Mijn baard jeukt en trekt aan mijn huid. Ik haal mijn hand eroverheen. Voor me uit huppelt hoofdpiet met klotsende borsten en zadelvormige heupen. Grijsblond piekhaar steekt uit onder haar muts. Ik heb een koffiemond en droge lippen.

    ‘SINT!’ hoor ik de eerste schelle kinderstem. Ik zwaai wat en probeer te lachen. Piet maakt een aanwakkerende beweging met haar hand. Ik moet harder lachen, geméénder. Ik moet altijd meer en beter van Piet. Geërgerd schud ik mijn hoofd naar haar. Binnen drie stappen staat ze naast me.

    ‘We doen dit voor jou, Flippie.’ Haar snerpende stemgeluid probeert ze te empathiseren. Ze is nu immers hoofdpiet en niet mijn ma. Ze vouwt haar hand om mijn kuit en knijpt.

    ‘Weer een beetje joie de vivre, toch?’ fluistert ze. Ik wil dood, maar knik toch maar.

 

Vanuit de grote, rode zetel kijk ik naar de kinderkopjes die me gespannen aanstaren. Volgens mij kijk ik net zo gespannen terug, of is het andersom? Are you projecting your childhood trauma, Filip? vraagt Tony Robbins streng. Sinds mijn afvlakking lees ik zelfhulpboeken van hem. Hij gelooft echt in me, schrijft hij.

    Na schootkind tien houd ik het niet meer. Ik heb de hele ochtend niks gedronken, maar de aandrang is gigantisch. Ik probeer de aandacht van hoofdpiet te trekken, maar die doet of ze het niet doorheeft en trekt het volgende kind het podium op. Unleash more of yourself, zegt Tony. Ik sta op en toren ineens boven het kind uit dat me bevreemd aankijkt.

    ‘Sint moet even plassen’, leg ik uit. En ik voel meteen dat het niet zomaar een smoes is. De jongen giechelt en knikt.


Op het toilet achterin het magazijn van de Etos trek ik mijn tabberd omhoog en mijn onderbroek omlaag. Ik moet zo nodig plassen dat het pijn doet. Er lijkt geen einde aan de straal te komen. Naast een stellage met luiers en kerstspullen vind ik mijn ogen in een spiegel. Ik probeer naar mezelf te glimlachen, want dat helpt, zegt Tony. Maar ik zie alleen de rimpels naast mijn ogen. Te jong voor de rol van Sint, te oud om nog thuis te wonen. Tony verzucht: life is a gift. Hij geeft me het gevoel dat ik dat cadeau niet verdien, al is dat vast niet zijn bedoeling. Your goals are impotent, Filip! schreeuwt Tony in mijn oor. Ik voel me niet lekker, maar met dat argument neemt mijn moeder nooit genoegen. Tony Robbins ook niet, trouwens.

    ‘Sint, gaat alles goed?’ vraagt de winkelmedewerker aan de andere kant van de deur. Ik voel aan de randen van mijn plakbaard. Ik moet het snel doen, net als een pleister, denk ik tegen mezelf. Ik vouw mijn vingers om een hoek en ruk. Au, fuck. De helft van de witte baard hangt langs mijn gezicht. Ik ruk nog een keer, harder nu.

    ‘Sint?’ Ik laat het winkelmeisje binnen. Haar gepiercete mond valt open.

    ‘Wil je even helpen?’ vraag ik haar. Ze knikt niet, staart alleen.

    ‘Ik heb normale kleding nodig’, zeg ik.

    ‘Normale kleding?’ vraagt ze. Ze scant me langzaam van top tot teen en terug.

    ‘Gewoon iets wat geen tabberd is.’

    Ze gaat op zoek.


Ik vind mezelf weer in de spiegel en kan wel janken. Walzakken krijg ik en een onderkin. Misschien moet ik vaker Tinderen of juist nooit meer. Wat denk jij, Tony? Moet ik snel zijn of opgeven? Maar Tony heeft geen oren, alleen een mond. En hij reageert trouwens niet op domme vragen. De pruik en de mijter trek ik af. Het meisje komt terug met een joggingbroek en T-shirt met kaartjes eraan. Ze neemt me weer uitgebreid in zich op. Ik vul in verband met mijn eigenwaarde niet in wat ze denkt.

    ‘Je wordt gezocht’, zegt ze onderkoeld.

    ‘Dat zal wel.’

    ‘Is het omdat hij een racist is?’ vraagt ze onderzoekend.

    ‘Wie?’

    ‘Sinterklaas.’

    ‘Oh. Uh. Ja. Kan echt niet meer.’

    ‘Filip!’ De onmiskenbare stem van hoofdpiet schalt door de Etos en mijn zenuwstelsel. Kut.

    ‘Wie is dat?’ vraagt het meisje. Ze lijkt even geïnvesteerd in mijn bevrijding.

    ‘Piet. Mijn moeder.’

    ‘Je móeder?’ Ze klapt de deur van het magazijn dicht. Gelukkig heeft het woord moeder hetzelfde effect op haar als op mij. Verontschuldigend werk ik me uit de tabberd en neem halfnaakt de joggingkleding van haar aan.

    ‘Go anti-Sint’, zegt ze monotoon.


De klink van de magazijndeur gaat naar beneden als de broek nog halverwege mijn knieën hangt. Met een ultiem verontwaardigd gezicht staart ma-piet eerst naar mij en daarna naar de hoop Sintkleding op de grond. Het meisje ziet ze niet. Dat is geen onwil, zo is ma: die ziet alleen wat haar uitkomt. Ze werkt haar woede weg met een geforceerde, meelijdende glimlach.

    ‘Terugval?’ vraagt ze met een fluwelen stem die me onderuit veegt. Tony en het meisje slaan me zwijgend gade. Ik kijk naar de grond en knik. Ze stevent op me af en neemt mijn gezicht tussen haar zweterige handen.

    ‘Ik zie het aan je, schat’, zegt ze zacht. ‘Lekker je bed in.’

    ‘Nee’, zeg ik schor. ‘Nee’, herhaal ik nog een keer. Mijn moeder veegt met een speekselduim wat lijm van mijn gezicht. Het Etosmeisje trekt haar gezicht samen.

    ‘Wat nee?’ vraagt ma.

    Ik schud mijn hoofd en zet een stap naar achteren. Mijn moeder wacht af, wat een wonder is. This is your moment, moedigt Tony me aan. Ik haal diep adem.

    ‘Ma’, begin ik met een schorre stem. Ze knikt serieus. Er is iets wat indruk op haar maakt. Mijn god, wist ik maar wat.

    ‘Dit… Ik…’ stamel ik. Ik ben mijn tekst kwijt, nu al. Ma zucht diep en lacht gegeneert naar het meisje dat in haar blikveld is verschenen. Dit heeft ‘ie niet van mij, hoor, zegt ma woordeloos. Tot zover mijn moment. Ze loopt voor me langs de hoek met Sintspullen in en neemt ze onder haar arm. Zonder nog naar me op te kijken verdwijnt ze het magazijn uit.

    Mijn darmen ontspannen direct en beginnen onrustig te kronkelen. Ik kan nog niet voelen waar het mijn lichaam gaat verlaten, maar er is iets op weg naar de uitgang.

    ‘Ik moet even…’ zeg ik tegen het meisje. Onhandig wijs ik naar de wc. Inmiddels lees ik walging op haar gezicht. Ze sprint het magazijn uit.

 

Ik probeer stil te poepen, maar dat is me niet meer gegeven. Zachtjes neurie ik er een beetje doorheen, maar dat maakt het erger, hoor ik. Let it go Filip, zegt Tony bemoedigend. All you need is growing within you. Tony lacht niet om de ironie. Mijn gezicht knijp ik samen om de laatste spetters naar buiten te werken. Ik zweet ervan. Bij gebrek aan wc-papier trek ik alvast door en open Tinder. Ik kan hier vast nog wel even blijven zitten.


Reageren?

Reageren kan onder dit bericht. Ik schrijf altijd reacties, maar je moet even zoeken naar hoe je die kunt zien (iets met klikken onder de reactie). Ook kun je me appen of via instagram een bericht sturen: @faabl_fabienne. Niet schromen.

 
 
 

Opmerkingen

Beoordeeld met 0 uit 5 sterren.
Nog geen beoordelingen

Voeg een beoordeling toe
bottom of page